Posted by: Sanne | 8 October 2010

Week 4: THE RED CENTRE + ADELAIDE

Aangekomen in Adelaide, opnieuw tijd voor een blogberichtje.

 

FIETSEN IN DE MAC DONNELL RANGES

Eerst over onze laatste dag Alice Springs waarop we fietsen hebben gehuurd en daarmee naar Simpsons Gap, een onderdeel van de West Mac Donnell Ranges, besloten te fietsen. Met ons geprul van gewoonlijk, en dankzij de hosteluitbater die niets van fietsen kent waardoor we nog moesten terugkeren omdat ie ons een slechte fiets had meegegeven, begonnen we de eigenlijke trip pas tegen half 1 `s middags, het heetste moment van de dag. De zogezegde makkelijke graad van de tocht, vonden we ook niet helemaal kloppen. Veel heuvels en 24 km lang. Bij aankomst werd het zwart voor mijn (sanne) ogen. Zonneslag. Laurens, mijn held, heeft toen heel goed voor mij gezorgd en is zelfs voor pepsi gaan bedelen bij enkele voorbijgangers. Veel van Simpsons Gap hebben we niet gezien, maar we waren al blij dat ik na een aantal uur platliggen, een blikje pepsi en water over mijn hoofd weer in staat was terug te fietsen. Nu ja, dat hebben we ook weer gehad :).

Simpsons Gap.

Sanne op de fiets.

 

MET DE CAMPERVAN VAN ALICE SPRINGS NAAR ADELAIDE

De voorbije vijf dagen hebben we rondgereden met een campervan, met name een 4 berth voyager van Britz. 4-berth, dat slaat op 4 personen…het was dus een lekker ruim busje. En je kan er alles in: de tafel waaraan je eet, wordt `s nachts een ruim tweepersoonsbed, je kan koken aan het gasfornuis, je hebt een frigo, een microgolf, stromend water, etc etc. Kortom, een echte crib!

We hebben deze camper ook niet gewoon gehuurd, het was een zogenaamde relocation deal. Britz (het verhuurbedrijf) moest de camper van Alice Springs terug in Adelaide krijgen, en dat hebben wij voor hen gedaan. En wel aan 5 dollar per dag, en 160 dollar benzine refund. We kregen hiervoor 4 dagen, maar hebben een extra 5e dag geboekt voor 75 dollar. Het enige probleem is dat je maar een beperkt aantal kilometers voor de trip krijgt. Met onze omweg naar Kings Canyon en Uluru zaten we daar een 1000tal kilometer over, en dat kost 55 cent per km. Alleen weten we niet of ze dat gemerkt hebben, want volgens ons hebben we niets extra moeten betalen. We zullen binnenkort zien of het van onze rekening gaat. Het zou wel eens een heerlijke meevaller zijn na al de pech van vorige week.

Ons camperbussie.

 

KINGS CANYON

Maar nu over onze trip. Zondag vertrokken we op de middag naar Kings Canyon, waar we pas laat in de namiddag aankwamen. Het was dus te laat om aan de 3u durende wandeling te beginnen. Bovendien waren we ook doodmoe van al dat rijden. Oh ja, dat rijden lukt al behoorlijk goed. Ondertussen weten we hoe dat links rijden werkt, en zetten we de ruitenwissers niet meer aan telkens we willen pinken. En de pook zitten we ook niet meer in de deur te zoeken. Dat was vooral in Darwin een veel voorkomend probleem. De camper was trouwens een automatique, en dus heel gemakkelijk. Alleen vertelde de man ons dat je vooral OP kangeroes moet rijden als je ze ziet, want als je aan je stuur een slag geeft, kan je kantelen, en daarvoor ben je niet verzekerd. Wij zijn er op deze weg geen meer tegengekomen.

Zondagnacht hebben we op de parking aan de voet van Kings Canyon doorgebracht. Dat mag eigenlijk niet, en we stonden daar dan ook helemaal alleen. Helemaal rustig was de nacht ook niet, want we hoorden overal rangers die ons zouden komen bekeuren of kangeroes en andere beesten die rond onze camper kwamen hoppen. Vanalles gehoord, niets gezien. `s Ochtens, bij zonsopgang, en niet echt uitgeslapen, begonnen we dan aan onze wandeling in Kings Canyon. Vaak langs diepe kliffen, en met prachtige look outs.

Laurens vanop Kings Canyon.

Samen in Kings Canyon.

Rotsen met een gezicht.

 

HEEL hoog!

 

KATA TJUTA

In de namiddag reden we door naar Kata Tjuta, waar we iets voor zonsondergang aankwamen. Dat leidde tot vuurrode rotsformaties en op de achtergrond donkerblauwe lucht, want er was regen op komst. Zo mooi!

Ik weet niet of jullie het zien, maar kata tjuta is echt heel hoog!

Sanne op Kata Tjuta.

20 juli 1969. Laurens landt op de maan.

 

AYERS ROCK (ULURU)

`s Avonds reden we door naar een van de bekendste plaatsen van dit land: Ayers Rock, ook wel Uluru genoemd door de plaatselijke Aboriginals. We wilden de beroemde sunset zien maar door het bewolkte weer hebben we nooit de rode gloed gezien. Desalniettemin: Uluru is zeer impressionant.

What the fuck is Uluru doing on top of my head??

`s Nachts verbleven we in Yulara, waar iedereen verblijft die in Uluru National Park zit, er is dan ook geen andere optie. Maar dat hebben we ons niet beklaagd. We hebben lekker geBBQd en genoten van een welgekomen douchke.

`s Ochtens weer naar Uluru voor sunrise, maar ook toen mocht het weer niet baten. We zijn dan nog een uurtje gaan doorslapen in ons campertje en hebben later nog twee korte wandelingen gedaan. Je kan Uluru ook beklimmen, maar dat zag er ons ten eerste zeer gevaarlijk uit, ten tweede was het gesloten door het slechte weer en ten derde zouden we het toch niet gedaan hebben omdat de eigenaars van het land, de aboriginals, vragen het niet te doen. Dit uit respect voor de voorouders die via diezelfde weg uluru ontdekt en beklommen hebben.

Hierboven uluru van dichtbij, hieronder van ver.

Op de middag moesten we vertrekken, want Adelaide was nog een heel eind weg. De reis was gezellig met muziek in onze camper en croque monsieurkes onderweg. De benzineprijzen waren een stuk minder gezellig tot $1,88 per liter. Terwijl dat in de stad (vb Adelaide) vaak maar $1,25 per liter of minder is. Stoppen deden we in Marla. Een beetje overpriced, maar we moesten een powered site hebben voor de frigo.

Croques in de van:

Goede aankoop is de deuter waterzak. Erg handig bij het wandelen en bij het autorijden:

Comfy bedje:

 

 

ENTERING SOUTH AUSTRALIA… AND COOBER PEDY

De volgende dag was een echte rij-dag, met een stop in het opaalmijnstadje Coober Pedy. Wat was dat voor een zielige plaats! Het zou zo uit een of andere rampenfilm kunnen komen waarin net half de wereld is vergaan en Coober Pedy de laatste vesting is waarin mensen aanvallen van aliens proberen te overleven. Ze zeggen wel dat er heel wat huizen onder de grond zijn omwille van de zomerhitte van 50 graden maar volgens ons is dat dus tegen de aliens! Een of andere Hong Konger lokte ons naar zijn huisje, waar we een kijkje mochten nemen in zijn mijn (zag er gewoon uit als een waterput), en vervolgens werden we vakkundig de shop in geloodst. Waar we trouwens niets gekocht hebben, ookal hadden we medelijden met de man die telkens door zijn partner in die donkere waterput wordt gehesen.

Coober Pedy:

Snel weg uit Coober Pedy, en door richting Adelaide. Op weg kilometers vlak land, en dan ineens uit het niets…een meer. Wat doet dat hier?? Echt grappig om ineens zoveel water te zien in het midden van de woestijn.  `s Avonds hebben we ons op een van de vele gratis rest areas gezet, waar we gekookt hebben en voor de zoveelste keer Guillotine hebben gespeeld. Dank u broer voor het spelletje, we amuseren ons er te pletter mee.

Veel vlakte:

En dan ineens een reusachtig meer:

Donderdag was het afscheid van de camper dag. Met pijn in het hart lieten we hem staan. Blijkbaar waren we ook een uur te laat, merkten we die avond, want ondertussen zijn ze hier op zomeruur overgeschakeld. De waarborg hebben we wel gewoon teruggekregen. Oef!

Nu bevinden we ons in een zalig hostel in Adelaide, YHA Central. Propere kamers, ruime living, verschillende keukentjes, ping pong, poolen, zetels, spelletjes, en vanmorgen gratis pannenkoeken ontbijt. De beste plaats om uit te rusten voordat we zondagochtend het vliegtuig richting Melbourne nemen. Hier zouden we ons misschien wel eens voor langere tijd kunnen vestigen. We zullen zien…

Oh ja: morgen wijnproeven in Barossa valley!!


Responses

  1. Haha, zomeruur! Living the dream, that’s the way!


Leave a comment

Categories